Willem Bontenbal (X-18) ging net zoals zijn drie broers Tieleman, Johannes en Arie in militaire dienst. Op 1 december 1830 wordt hij “geëngageerd als Jager tot zoo lang de onlusten in het Vaderland zullen zijn gedempt” bij het vrijwilligerskorps de Jagers van Van Dam. Hij krijgt het stamboeknummer 226. Dit korps was na de Proclamatie van koning Willem I op 5 oktober 1830 opgericht door ene Van Dam van Isselt, een vermogend man uit Geldermalsen. Hij bood de koning aan om een compagnie vrijwilligers op te richten bestaande uit “liefhebbers van jagt en jagers”.
Van Dam, in het dagelijkse leven lid van de Tweede Kamer, had weinig militaire ervaring maar voerde aan: “mijne betrekking als fungeerend houtvester en mijne bekendheid met het personeel doet mij hopen, dat ik er eenige bijeen zoude kunnen brengen, die door hunne bedrevenheid in het gebruik der vuurwapenen goede diensten zouden kunnen bewijzen”.
Korps van Van Dam
De koning zag wel iets in zijn plan en stelde hem aan in de rang van Majoor-honorair. De hele organisatie en de opbouw van het korps, de inkwartiering en oefeningen moesten geregeld worden. In januari 1831 was het korps ongeveer 250 man sterk, had zeven officieren en negen onderofficieren. De uniformen en wapens moesten ook door Van Dam uitgezocht worden en konden bij het Departement van Oorlog besteld worden. De uitrusting bestond uit een donkergroene, ruimzittende jas tot aan de knie met staande open kraag. Op de borst een rij van zeven geelmetalen knopen en op de schouders groene schouderlappen. De kraag en schouderlappen waren afgezet met gele biezen. Daarbij werd een grijze pantalon met gele biezen gedragen en een hoge leren pet met klep (de schako) met oranje kokarde, groene band en een geelmetalen hoorn aan de voorzijde. Het zwarte leerwerk bestond uit een koppel met kleine patroontas, versierd met een geelmetalen hoorn op de klep, een bandelier voor de hartsvanger (steekwapen) en een ransel met kruisbanden.
Het vuurwapen dat de manschappen tot hun beschikking hadden, was een zogenaamde jagerbus van Pruisisch model (kaliber 14,3 mm) waarop de circa 55 cm lange hartsvanger kon worden bevestigd.
Tiendaagse veldtocht
In deze uitrusting neemt Willem van 2 tot 12 augustus 1831 deel aan de succesvolle Tiendaagse Veldtocht in België. Volgens de aantekeningen in het stamboek krijgt hij op 28 maart 1832 hiervoor het Vrijwilligers Metalen Kruis uitgereikt. Tevens is te lezen dat hij op 12 april 1833 wordt bevorderd tot korporaal. Maar door de overeengekomen wapenstilstand tussen Nederland en België zijn de oorlogshandelingen geluwd en Willem wil het korps eigenlijk wel verlaten. Dat was niet mogelijk, ofschoon hij vrijwillig tot het korps was toegetreden. De koning wilde namelijk dat de legerkorpsen op sterkte bleven. Wel krijgt hij op eigen verzoek op 8 oktober 1834 groot verlof. In 1839, na beëindiging van de oorlogstoestand met België, wordt het vrijwilligerskorps van Van Dam opgeheven en eindigt ook Willems werkelijke dienstverband.
Jachtopziener
Toen Willem met verlof ging, kon hij jachtopziener worden. Op 10 september 1834 wordt hij in die functie benoemd en legt op 22 september de eed af. Hij volgde Dick de Haas op die op 24 maart van dat jaar was aangesteld, maar waarvan de aanstelling om niet genoemde redenen al op 14 april werd ingetrokken.
Willem werd net als zijn broer Arie ook aangesteld als “extra ordinair opzichter”. Zijn registratienummer is 2768 en zijn district nr. 3 was gelegen in Zuid-Holland. Het omvatte Ridderkerk, Rijsoord, Hendrik-Ido-Ambacht, Zwijndrecht, Meerdervoort, de Groote Lindt en Kijfhoek tot aan Heerjansdam, benevens de stad en het land Dordrecht en de vlietende rivieren. Op 26 september 1856 krijgt hij het wat makkelijker, want dan valt de stad en het land van Dordrecht niet meer onder zijn kring van surveillance. Ondanks dat blijft het een aanzienlijk territorium.
VRIJWILLIGERS METALEN KRUIS Vierarmig bronzen kruis, breedte 29 mm. Voorzijde: een gekroonde W in een krans bestaande uit een tak van eikenbladeren en een tak van laurierbladeren. Op de bovenste arm van het kruis het woord “VRIJWILLIGER”. Keerzijde: dezelfde krans waarbinnen de jaartallen 1830-1831. Op de armen van het kruis is de tekst “TROUW AAN KONING EN VADERLAND” te lezen. Het kruis wordt gedragen aan een lint met zes gelijke banen van groen en oranje.
Bronvermelding
Bovenstaande tekst is afkomstig uit ‘Het Zuid-Hollandse geslacht Bontenbal: de oudste twaalf generaties (Rijswijk, 2005)’ geschreven door P.J. Bontenbal.